Het fall-back profiel, een profiel met de maximale snelheid van 7,5 Mbps down en 0,5 Mbps up, wordt op een VDSL2 lijn toegepast aangezien die van een modem is voorzien die niet officieel gecertificeerd is voor het nationale DSL netwerk in België of met een niet-gecertificeerde firmware versie werkt.
Waarom zijn er opeens hardware beperkingen?
De behoefte aan het fall-back profiel is ontstaan samen met de uitrol van de vectoring technologie in België en het is veroorzaakt door de aard van vectoring zelf. Deze technologie wordt op het straatkast (ROP) niveau toegepast waar verschillende koperdraden samenkomen. Deze lijnen verstoren elkaar door cross-talk te veroorzaken, met kwaliteit- en signaalverlies (snelheidsverlies) als resultaat. Om deze cross-talk tussen alle VDSL2 lijnen in de bundel te neutraliseren is er een mechanisme die de cross-talk in kaart brengt en voortdurend – en in real time – anti-signalen van honderden VDSL2 lijnen uitrekent en uitstuurt.
Een niet-gecertificeerde modem die geïnstalleerd is op een VDSL2 lijn, zal in de weg staan van het uitrekenen van de cross-talk tussen de lijnen in de bundel. De cross-talk zal dus niet geneutraliseerd worden. Dat kan negatieve invloed hebben op alle lijnen in de bundel. Om dit te voorkomen worden niet-gecertificeerde toestellen op een fall-back profiel gezet, dit profiel veroorzaakt geen cross-talk op het VDSL2 spectrum, en zal dus de lopende cross-talk analyse niet verstoren.
Hoe kan ik mijn lijn van het fall-back profiel laten uitkomen?
Er moet één van de gecertificeerde modems worden geïnstalleerd die met de geschikte firmware versie werkt. Vanaf het moment dat deze eisen voldaan zijn, zal TBF opnieuw een provisioning profiel kunnen toepassen.